Mirenaspiraaltjes
Hormonen uit een spiraaltje dat door vele vrouwen als anticonceptiemiddel wordt gebruikt, verhogen de stressrespons en zorgen voor activatie van de HPA-as (hypothalamic-pituitary-adrenal axis). Onderzoek van het Erasmus Universitair MC in Rotterdam toont aan dat de hormonen niet alleen lokaal effect hebben, maar als ongewenste bijwerking ook de werking van het hele lichaam beïnvloeden. De resultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Psychoneuroendocrinology.
In Nederland is het hormoonspiraaltje dat in de baarmoeder wordt geplaatst een veelgebruikt anticonceptiemiddel: circa 12 % van de vrouwen tussen 18 en 45 jaar. Het gebruik groeit jaarlijks vanwege voordelen als bescherming tegen zwangerschap gedurende vijf jaar en het niet meer ongesteld worden. De populariteit wordt versterkt door de opvatting dat het hormoon alleen lokaal, in de baarmoeder, wordt afgegeven en daarmee alleen daar effect heeft. Verondersteld wordt dat de hoeveelheid hormonen die zich verder door het lichaam verspreid, verwaarloosbaar klein is in vergelijking met de anticonceptiepil. Maar deze aanname blijkt nu toch niet te kloppen.
Vrouwen met een hormoonspiraaltje hadden tijdens stresstesten hogere cortisolwaarden en een tien slagen per minuut hogere hartslag, maar ook hogere niveaus van haarcortisol in het algemeen vergeleken met vrouwen met andere vormen van anticonceptie zoals de pil of vrouwen zonder hormonale anticonceptie. Langdurige chronische stress kan leiden tot psychische aandoeningen zoals depressie en concentratieproblemen. Daarom moeten de huidige richtlijnen voor het hormoonspiraaltje dringend worden herzien.